Je komt hem overal tegen: de lachende man met het kale hoofd en de dikke blote buik, die men vaak ''De lachende Boeddha'' of dikbuik Boeddha noemt. ''De lachende Boeddha'' is een bijnaam van de Chinese Zenmeester Poe-Tai Ho-shang, die ergens tussen de 6e en de 10e eeuw leefde en ''de Boeddha in zichzelf'' had gevonden. Zorgeloos en volkomen gelukkig zwierf hij door China, vaak omringd door kinderen. Na zijn dood werd hij vereerd als Chinese volksheld en geluksgod. In die laatste functie zwerft hij nog steeds rond, de halve wereld over, als tastbare beeltenis van de onbezorgde gelukzaligheid die ieder deelachtig wordt die zijn eigen ware aard, de ''Boeddha in zichzelf'', heeft gevonden. zijn lange oorlellen duiden op een aristocratische afkomst. de attributen die hij bij zich draagt zijn verschillend en symbolisch, dit zijn o.a: *Mala (Kralenketting): Boeddhistische gebedssnoer. *Mantel: Bescherming. *Goudklomp en Munten: Symbool van financieel geluk. *Een zak: Symbool van zoeken en reizen (zoeken naar jezelf) *Perzik: Symbool van verbondenheid. *Kinderen: Symbool van vruchtbaarheid (dat kan zijn in een relatie of het zoeken naar werk)
*Rua: Symbool van overvloed. *Juk over de Schouder: Symbool van balans *Parel: Symbool van schoonheid en gezondheid. *Met vogel: Symbool van zelfkennis. *Waaier: Bescherming. *Levenstaf: Vertrouwen, Balans en ondersteuning. *Kruik (karaf): Levenselixer (lang leven) Men gelooft dat het meer geluk brengt als je af en toe over de dikke buik van Boeddha wrijft.